Onzekerheid doet wereldwijde werkloosheid weer stijgen

Vijf jaar na het uitbreken van de wereldwijde financiële crisis verkeert de arbeidsmarkt nog steeds in een diep dal, en er is geen verbetering in zicht. Onzekere economische vooruitzichten en ontoereikende beleidsreacties vormen een rem op de jobcreatie. IAO Directeur-generaal Guy Ryder benadrukt dat beleidsmakers gecoördineerde antwoorden moeten vinden op de crisis.

Persbericht | 22 januari 2013
BRUSSEL (IAO Nieuws) – De wereldwijde werkloosheid steeg in 2012, na twee opeenvolgende jaren gedaald te zijn, en deze stijging kan nog verder toenemen in 2013. Dat staat in het rapport “Wereldwijde werkgelegenheidstrends 2013” dat de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) vandaag uitbrengt.

Een kwart van de stijging van de wereldwijde werkloosheid in 2012 doet zich voor in de ontwikkelde economieën, terwijl driekwart via zogenaamde ‘spillovers’ naar andere regio's uitdijt, met uitgesproken effecten in opkomende economieën in Oost-Azië, Zuid-Azië en Sub-Sahara Afrika.

Het aantal werklozen steeg wereldwijd met 4,2 miljoen in 2012 tot meer dan 197 miljoen werklozen. Dat komt neer op 5,9 procent wereldwijde werkloosheid, aldus het IAO-rapport.

“Onzekere economische vooruitzichten en de ontoereikendheid van beleid om dit tegen te gaan hebben de wereldwijde vraag verzwakt en belemmeren investeringen en aanwervingen”, zegt IAO Directeur-generaal Guy Ryder. “De malaise op de arbeidsmarkt nam in vele landen toe, met minder jobcreatie en langere periodes van werkloosheid als gevolg, zelfs in een aantal landen die voorheen een lage werkloosheid en een dynamische arbeidsmarkt hadden."

“Veel van de nieuwe jobs vereisen ook vaardigheden die werkzoekenden momenteel niet hebben” , voegt Ryder eraan toe. “Regeringen moeten meer inspanningen leveren om deze ‘mismatch’, die vooral jongeren raakt, aan te pakken door middel van het ondersteunen van vaardigheden- en omscholingsprogramma’s.

Het rapport stelt ook dat het aandeel van ‘werkende armen’ blijft dalen, maar wel in een trager tempo dan voor de crisis.

Een nieuwe klasse van werknemers met een gemiddeld inkomen ontstaat in de ontwikkelende economieën. Zij kan een extra stimulans zijn voor de wereldeconomie, maar hun koopkracht is momenteel nog te beperkt om de trage groei in ontwikkelde landen te compenseren.


Slechte vooruitzichten op middellange termijn, vooral voor jongeren

Op de middellange termijn wordt verwacht dat het wereldwijde economische herstel niet sterk genoeg zal zijn om de werkloosheid snel te doen dalen. Het aantal werkzoekenden zal de komende vijf jaar naar verwachting stijgen tot meer dan 210 miljoen.

De situatie op de arbeidsmarkt blijft bijzonder somber voor jongeren. Wereldwijd zijn bijna 74 miljoen van de jongeren tussen 15 en 24 jaar werkloos, wat neerkomt op 12,6 %.

Een belangrijke tendens is dat steeds meer jongeren langdurig werkloos zijn. Ongeveer 35 procent van de werkloze jongeren in de geavanceerde economieën zijn zes maanden of langer werkloos geweest. Als gevolg daarvan worden steeds meer jonge mensen ontmoedigd en verlaten zij de arbeidsmarkt.

Het ervaren van zulke lange perioden van werkloosheid of het uitvallen uit de arbeidsmarkt aan het begin van de carrière zorgen voor negatieve vooruitzichten op de lange termijn; professionele en sociale vaardigheden raken in verval en jongeren kunnen geen on-the-job ervaring opdoen.

De regionale verschillen in jeugdwerkloosheid zullen waarschijnlijk nog toenemen. De situatie zal naar verwachting licht verbeteren in de ontwikkelde economieën in de komende vijf jaar, maar de jeugdwerkloosheid zal naar verwachting stijgen in opkomende economieën in Oost-Europa, Oost- en Zuidoost-Azië en het Midden-Oosten.

Guy Ryder benadrukt dat beleidsmakers gecoördineerde antwoorden op de crisis moeten vinden.

“Het feit dat dit een wereldwijde crisis is, betekent dat landen het effect ervan niet individueel kunnen oplossen. Nationale maatregelen alleen volstaan niet,” zei hij. “De grote onzekerheid, die investeringen en jobcreatie in de weg staat, zal niet opgelost raken als landen tegenstrijdige oplossingen naar voren schuiven.”

Het IAO-rapport zegt dat beleidsmakers drie onderling samenhangende problemen moeten aanpakken, namelijk het coördineren van acties om de wereldwijde vraag te ondersteunen, in het bijzonder door middel van openbare investeringen nu private investeringen beperkt zijn, het aanpakken van de mismatch op de arbeidsmarkt door middel van trainings- en omscholingsprogramma's, en tot slot gerichte acties met betrekking tot jeugdwerkloosheid.

Regelingen waarbij aan bepaalde groepen van jongeren een garantie wordt geboden op werk of opleiding hebben hun succes al bewezen in een aantal Europese landen, en zijn bovendien betaalbaar. “De kosten van inactiviteit, van langdurige werkloosheid en van jongeren die steeds verder komen te staan van de samenleving, zouden veel hoger zijn", concludeert Ryder.


Meer informatie

Meer informatie, het volledige rapport, samenvattingen en grafieken staan op www.ilo.org/get2013.


Contact

IAO-Brussel, + 32 (0) 2 736 59 42, brussels@ilo.org,
Barbara Janssens, Communicatie assistent, IAO-Brussel, +32 (0) 484 91 55 59, janssens@ilo.org