IAO bespreekt arbeidshervormingen in Qatar tijdens hoorzitting in het Europees Parlement

Tijdens een toespraak voor het Europees Parlement benadrukte de IAO dat de afgelopen 4,5 jaar tastbare vooruitgang is geboekt in Qatar, waaronder de goedkeuring van nieuwe arbeidswetgeving en -beleid. Ook besprak de IAO de uitdagingen die blijven bestaan rond de uitvoering van deze hervormingen.

Nieuwsbericht | 14 november 2022
Max Tuñón, het hoofd van het IAO-projectbureau in Doha, nam deel aan een hoorzitting over de arbeidsomstandigheden van migrerende werknemers in Qatar in de aanloop naar de FIFA Wereldbeker 2022, georganiseerd door de Subcommissie mensenrechten van het Europees Parlement. Ook de minister van Arbeid van Qatar en de directeur van Global Initiatives bij Human Rights Watch spraken de hoorzitting toe, die werd voorgezeten door het Belgische Europarlementslid Marie Arena.

De IAO werkt sinds 2018 in Qatar en de afgelopen 4,5 jaar is er tastbare vooruitgang geboekt. Er zijn belangrijke ontwikkelingen geweest: nieuwe wetten traden in werking, de oprichting van nieuwe instellingen of de versterking van bestaande instellingen om een efficiëntere uitvoering van deze wetten te garanderen, en nauwere partnerschappen en de betrokkenheid van verschillende belanghebbenden, waaronder internationale vakbonden.

"De arbeidshervormingen hebben concrete gevolgen gehad voor het leven van honderdduizenden werknemers", zei Tuñón. In de twee jaar nadat de meest problematische elementen van het Kafala-systeem (sponsoring) zijn ontmanteld, zijn meer dan 350,000 aanvragen goedgekeurd om van job te veranderen. Sinds de invoering van een niet-discriminerend minimumloon in 2021 zag in totaal 13 procent van de beroepsbevolking – 280,000 mensen - hun loon stijgen.

Als onderdeel van de agenda voor arbeidshervormingen heeft Qatar ook zeer progressieve wetgeving aangenomen die werknemers verder beschermt tegen hittestress. Sinds de zomer van 2021 is al het buitenwerk van 1 juni tot 15 september tussen 10.00 en 15.30 uur verboden. Bovendien werd een drempel vastgesteld waarop alle buitenwerkzaamheden moeten worden stopgezet. Ook moeten buitenwerkers jaarlijks een gezondheidsonderzoek ondergaan. Sinds de invoering van de nieuwe wetgeving is het aantal werknemers dat met hittegerelateerde aandoeningen in het ziekenhuis wordt opgenomen, sterk gedaald.

Deze vooruitgang is bereikt dankzij de nauwe betrokkenheid van de internationale gemeenschap. Niet alleen met de IAO en de internationale vakbonden, maar ook door dialoog met internationale NGO's, in het bijzonder met maatschappelijke middenveldorganisaties uit Azië. De Qatarese autoriteiten hebben ook expertise uitgewisseld met verschillende EU-lidstaten, waaronder Zweden en Frankrijk, en partnerschappen met Nederland en België zitten in de pijplijn.

Tuñón erkende dat de uitvoering van de arbeidshervormingen nog tekortschiet. "Dit is niet verwonderlijk gezien de omvang van de hervormingen. Het kost tijd om instellingen op te bouwen en diepgewortelde mentaliteits- en bedrijfspraktijken te veranderen", zei hij.

Hij wees op drie belangrijke resterende prioriteiten. Er zijn nog steeds werknemers die moeite hebben om van baan te veranderen, omdat ze niet weten welke procedure ze moeten volgen. "In sommige gevallen krijgen werknemers te maken met represailles van hun werkgevers wanneer zij proberen van baan te veranderen. We weten dat de regering hieraan werkt," zei hij.

Hoewel werknemers nu meer toegang hebben tot de rechter, moet ervoor worden gezorgd dat de mechanismen om klachten in te dienen en loon terug te vorderen tijdig en eerlijk zijn wanneer werknemers hun verschuldigde loon en uitkeringen niet ontvangen. Een derde prioriteit is ervoor te zorgen dat ook huishoudelijk personeel ten volle geniet van de arbeidshervormingen.

"Het WK is niet het eindpunt en we blijven in de komende jaren samenwerken met de regering, werknemers en werkgevers om de hervormingen verder te bewerkstelligen en de aanpassing van de wetgeving en de praktijken in Qatar aan de internationale arbeidsnormen verder te ondersteunen. We kijken uit naar verdere samenwerking met de Europese Unie", besloot Tuñón.