IAO bespreekt de sociaal-economische gevolgen van de pandemie in het Europees Parlement

Tijdens een hoorzitting in het Europees Parlement deelde de directeur van IAO-Brussel enkele belangrijke lessen van de COVID-19 pandemie en besprak hoe de sociaal-economische gevolgen ervan kunnen worden aangepakt.

Nieuwsbericht | 14 november 2022
De IAO nam deel aan een openbare hoorzitting over de sociaal-economische gevolgen van de pandemie op de arbeidsmarkt en de arbeidsomstandigheden, georganiseerd door de Bijzondere Commissie voor de coronapandemie van het Europees Parlement. Deze commissie, voorgezeten door het Belgische parlementslid Kathleen Van Brempt, onderzoekt hoe de reactie van de EU op de pandemie en de daaruit getrokken lessen kunnen bijdragen tot toekomstige maatregelen, waarbij de nadruk ligt op vier belangrijke pijlers: gezondheid, democratie en grondrechten, maatschappelijke en economische gevolgen, en de EU en de wereld.

Tijdens haar presentatie benadrukte Lieve Verboven, directeur van de IAO-Brussel, de enorme omvang van de COVID-19-crisis. De impact ervan is vier keer zo groot als die van de financiële crisis van 2008-2009.

Miljoenen mensen hebben hun baan en salaris verloren. In 2020 is het equivalent van 255 miljoen voltijdse banen vernietigd. In datzelfde jaar daalden ook de inkomsten uit arbeid met een equivalent van 4,4 procent van het mondiale bbp.

In het derde kwartaal van 2022 is er een verlies van 40 miljoen voltijdse banen. "Het gaat nu wereldwijd beter, maar we zijn nog steeds niet terug bij de situatie van voor de pandemie", legde mevrouw Verboven uit. Het Amerikaanse continent heeft dit jaar het best gepresteerd, met meer gewerkte uren dan voor de crisis in tegenstelling tot alle andere regio's.

Vrouwen waren oververtegenwoordigd in sectoren die zwaar werden getroffen door de pandemie, zoals de accommodatie- en voedseldiensten en productie. In 2020 werd 3,6 procent van de werkgelegenheid voor vrouwen vernietigd, tegenover 2,9 procent voor mannen. In 2021 waren er nog steeds 20 miljoen minder vrouwen aan het werk dan voor de pandemie.

"De werkgelegenheidsgroei die we in de herstelfase van de pandemie hebben gezien, was grotendeels te danken aan een snelle toename van het aantal informele banen, die sneller was dan de groei van de formele werkgelegenheid", zei mevrouw Verboven. Dit bedreigt de langzame maar consistente tendens naar formalisering in de afgelopen 15 jaar.

De directeur besprak ook enkele positieve ontwikkelingen. Vorig jaar besloot de Internationale Arbeidsconferentie om het beginsel van een veilige en gezonde werkomgeving op te nemen in het kader van de fundamentele arbeidsbeginselen en rechten op het werk van de IAO.

De pandemie toonde ook het vitale belang aan van universele sociale bescherming. Mevrouw Verboven gaf het voorbeeld van Spanje. Tijdens de pandemie besefte Spanje dat zijn huishoudelijk personeel onvoldoende geniet van sociale bescherming en werkloosheidsuitkeringen. Het land heeft onlangs een wetgeving aangenomen om de sociale zekerheid uit te breiden tot alle huishoudelijk personeel en heeft het IAO-Verdrag betreffende waardig werk voor het huispersoneel n°189 geratificeerd.

De financiële steun van SURE, een tijdelijk instrument ter ondersteuning van werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen, heeft de EU-lidstaten geholpen om banen en dus werknemers en zelfstandigen te beschermen tegen het risico van werkloosheid en inkomensverlies.

Het scheppen en formaliseren van banen, alsmede het verder versterken van de arbeidsrechten en de sociale dialoog zijn ook van cruciaal belang voor het aanpakken van de sociaal-economische gevolgen van de pandemie.