Wat Parlementsleden kunnen doen om kinderarbeid te bestrijden
Tijdens een Internationale ontmoeting van Parlementsleden zonder Grenzen voor de Rechten van het Kind besprak de IAO specifieke acties die Parlementsleden kunnen ondernemen om kinderarbeid te bestrijden.
De IAO nam deel aan de Derde Internationale ontmoeting van Parlementsleden zonder Grenzen voor de Rechten van het Kind in Brussel, een initiatief van de Global March Against Child Labour. De vergadering bracht Parlementsleden van Sri Lanka, Togo, Ghana, Oeganda, Benin, Costa Rica en Paraguay bijeen, en vertegenwoordigers van de Europese Commissie en het Europees Economisch en Sociaal Comité.
Benjamin Smith, Senior expert in kinderarbeid bij de IAO, herhaalde dat 152 miljoen kinderen het slachtoffer zijn van kinderarbeid. Kinderarbeid blijft een groot probleem in de landbouwsector (70,9%). De dienstensector en de industrie stellen respectievelijk 26 miljoen en 18 miljoen kinderarbeiders tewerk. Het is in de industrie, waartoe ook de bouwsector en de mijnbouw behoren, dat kinderen het gevaarlijkste werk doen.
Bedrijven in de toeleveringsteken kunnen ervoor zorgen dat ze kinderarbeid niet in de hand werken. Zo benadrukte hij dat vakbonden de beste garantie zijn om kinderen uit de werkplek te houden. “In bedrijven met vrijheid van vereniging en collectief overleg vormt kinderarbeid geen probleem,” legde hij uit. Wanneer kleine producenten zich verenigen in coöperatieven en organisaties van werkgevers kan dit de levensomstandigheden verbeteren en armoede aanpakken, die een belangrijke oorzaak is van kinderarbeid.
Irene Wintermayr, Beleidsmedewerker bij IAO-Brussel, besprak concrete acties die Parlementsleden kunnen nemen om kinderarbeid te bestrijden. Zij kunnen nagaan of hun land de IAO-Verdragen nr.182 en nr.138 hebben geratificeerd en ervoor zorgen dat wetgeving ook effectief uitgevoerd wordt. Ze stelde ook voor om een nationaal programma voor de bestrijding van kinderarbeid op te zetten, en om de vooruitgang in het bereiken van dit doel te observeren en te evalueren.
Benjamin Smith, Senior expert in kinderarbeid bij de IAO, herhaalde dat 152 miljoen kinderen het slachtoffer zijn van kinderarbeid. Kinderarbeid blijft een groot probleem in de landbouwsector (70,9%). De dienstensector en de industrie stellen respectievelijk 26 miljoen en 18 miljoen kinderarbeiders tewerk. Het is in de industrie, waartoe ook de bouwsector en de mijnbouw behoren, dat kinderen het gevaarlijkste werk doen.
Bedrijven in de toeleveringsteken kunnen ervoor zorgen dat ze kinderarbeid niet in de hand werken. Zo benadrukte hij dat vakbonden de beste garantie zijn om kinderen uit de werkplek te houden. “In bedrijven met vrijheid van vereniging en collectief overleg vormt kinderarbeid geen probleem,” legde hij uit. Wanneer kleine producenten zich verenigen in coöperatieven en organisaties van werkgevers kan dit de levensomstandigheden verbeteren en armoede aanpakken, die een belangrijke oorzaak is van kinderarbeid.
Irene Wintermayr, Beleidsmedewerker bij IAO-Brussel, besprak concrete acties die Parlementsleden kunnen nemen om kinderarbeid te bestrijden. Zij kunnen nagaan of hun land de IAO-Verdragen nr.182 en nr.138 hebben geratificeerd en ervoor zorgen dat wetgeving ook effectief uitgevoerd wordt. Ze stelde ook voor om een nationaal programma voor de bestrijding van kinderarbeid op te zetten, en om de vooruitgang in het bereiken van dit doel te observeren en te evalueren.