Arbeidsmigratie

Loonkloof voor migranten wordt groter in industrielanden

Migranten verdienen bijna 13 procent minder dan nationale werknemers, zo blijkt uit een IAO-studie. In sommige landen loopt het verschil op tot 42 procent.

Persbericht | 14 december 2020

GENEVE/BRUSSEL (IAO Nieuws) – Werknemers met een migratieachtergrond verdienen gemiddeld bijna 13 procent minder dan andere werknemers in landen met hoge inkomens, blijkt uit een nieuw rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO).

In sommige landen zoals Cyprus, Italië en Oostenrijk is de loonkloof wat betreft het uurloon groter, namelijk respectievelijk 42, 30 en 25 procent. In Finland is het lager dan het gemiddelde, namelijk 11%, en in de Europese Unie bedraagt de loonkloof bijna 9%.

In de afgelopen vijf jaar is loonkloof voor migranten in sommige landen met hoge inkomens groter geworden. In Italië bijvoorbeeld verdienen werknemers met een migratieachtergrond volgens de laatste gegevens 30% minder dan de nationale werknemers, tegenover 27% in 2015. In Luxemburg bedraagt de loonkloof 27%, tegenover 15% in 2015, in Nederland 20% t.o.v. 16,5% in 2015 en in België bedraagt hij 13% t.o.v. 10% in 2015.

In alle landen worden migranten echter geconfronteerd met discriminatie en uitsluiting, en de coronapandemie heeft deze problemen verergerd, blijkt uit de IAO-studie.

Het rapport The migrant pay gap: Understanding wage differences between migrants and nationals toont aan dat werknemers met een migratieachtergrond in hoge inkomenslanden vaker precair werk hebben: zevenentwintig procent hebben tijdelijk werk en 15 procent deeltijds werk. Ze zijn oververtegenwoordigd in de primaire sector - landbouw, visserij en bosbouw - en werken ook vaker dan nationale werknemers in de secundaire sector: mijnbouw en steengroeven; industrie; elektriciteit, gas en water; en de bouw.

"Werknemers met een migratieachtergrond worden vaak ongelijk behandeld op de arbeidsmarkt, niet alleen wat betreft hun lonen, maar ook de toegang tot werkgelegenheid en opleiding, arbeidsvoorwaarden, sociale zekerheid en vakbondsrechten. Zij spelen een fundamentele rol in veel economieën. Ze kunnen niet worden beschouwd als tweederangsburgers", zei Michelle Leighton, hoofd Arbeidsmigratie bij de IAO.

Werknemers met een migratieachtergrond verdienen minder dan vergelijkbare gekwalificeerde nationale werknemers binnen dezelfde beroepscategorie.

Zij werken vaker in laaggekwalificeerde en laagbetaalde banen die niet overeenstemmen met hun opleiding en vaardigheden, wat kan wijzen op discriminatie tijdens de aanwerving. Hoger opgeleide werknemers met een migratieachtergrond in hoge inkomenslanden hebben ook minder kans om een kader- of managementfunctie te bemachtigen.

In de Verenigde Staten en Finland bijvoorbeeld bedraagt het aandeel van migrerende werknemers met een middelbareschoolopleiding respectievelijk 78 procent en 98 procent, terwijl hun aandeel in hoog gekwalificeerde of gekwalificeerde banen slechts 35 procent en 50 procent bedraagt.
Dit illustreert dat zij moeite hebben met het overdragen van hun vaardigheden en ervaring tussen de landen, wat voor een groot deel te wijten is aan een gebrek aan systemen die de vaardigheden en kwalificaties van migrerende werknemers erkennen.

In lage- en middeninkomenslanden is de situatie omgekeerd: migrerende werknemers zijn meestal hoogopgeleide expats die er tijdelijk verblijven. Zij verdienen meestal ongeveer 17,3 procent meer per uur dan niet-migrerende werknemers.

Vrouwelijke arbeidsmigranten worden dubbel gediscrimineerd

Vrouwelijke migrantenarbeiders worden geconfronteerd met een dubbele loonstraf, zowel als migrant als als vrouw. De loonkloof tussen mannelijke onderdanen en migrerende vrouwen in hoge inkomenslanden wordt geschat op bijna 21 procent per uur. Dit is hoger dan de loonkloof tussen mannen en vrouwen (16 procent) in die landen.

Dit komt onder meer omdat vrouwelijke migranten een aanzienlijk deel van het huishoudelijk werk voor hun rekening nemen. Van alle migranten die huishoudelijk werk doen wereldwijd is 73% vrouw (of 8,45 miljoen). In landen met hoge inkomens bedraagt de loonkloof tussen arbeidsmigranten en niet-migranten in de zorgsector ongeveer 19 procent.

Impact van de pandemie

De pandemie heeft een grotere impact gehad op migrerende werknemers dan op de rest van de beroepsbevolking. Bij het begin van de COVID-19-crisis werden tientallen miljoenen arbeidsmigranten gedwongen naar huis terug te keren nadat ze hun baan hadden verloren.

Hun banen zijn minder vatbaar voor telewerk dan die van niet-migranten en velen van hen zijn eerstelijnswerkers die meer blootgesteld worden aan het virus.

De crisis - waarvan we nog geen volledig beeld hebben - kan de verschillen op de arbeidsmarkt tussen migrerende werknemers en onderdanen vergroten, wat op zijn beurt de loonverschillen tussen migranten verder kan vergroten, volgens de studie.