World Employment and Social Outlook 2017: Sustainable enterprises and jobs

Sputterende ontwikkeling van kmo’s slecht voor banen en de economie, zegt IAO

Volgens een nieuw rapport van de IAO zijn opleidingen, innovatie, handel en sociale dialoog enkele belangrijke factoren die de toegenomen werkloosheid wereldwijd kunnen terugdringen.

Persbericht | 9 oktober 2017
© AFP China Xtra 2017
GENEVE (IAO Nieuws) – Met meer dan 201 miljoen werklozen in 2017 – een stijging van 3,4 miljoen ten opzichte van 2016 – spelen bedrijven, en in het bijzonder kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) een cruciale rol voor het scheppen van waardige jobs.

Volgens een nieuw rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie World Employment and Social Outlook 2017: Sustainable Enterprises and Jobs is het aantal voltijdse werknemers in kmo’s (bedrijven met minder dan 100 werknemers) tussen 2003 en 2016 bijna verdubbeld. In 2016 waren kmo’s wereldwijd verantwoordelijk voor 35% van de totale tewerkstelling (een stijging t.o.v. 31% in 2003).

In het voorbije jaar is hun bijdrage aan de totale tewerkstelling echter gestagneerd. Tussen 2015 en 2016 bleef het aandeel van kmo’s in de totale tewerkstelling praktisch ongewijzigd (een stijging van 34,6 tot 34,8%).

De privésector stelt in totaal 2,8 miljard mensen tewerk, wat overeenstemt met 87% van de totale tewerkstelling. Terwijl de voltijdse tewerkstelling in kmo’s tussen 2003 en 2008 sneller steeg dan in grote bedrijven – met gemiddeld 4,7 procentpunten meer in kleine en 3,3 procentpunten meer in middelgrote ondernemingen – was die kentering niet te merken tussen 2009 en 2014.

“We hebben nood aan beleidsmaatregelen die kmo’s bevorderen en een betere omgeving creëren voor alle bedrijven, waarbij nieuwe ondernemingen toegang krijgen tot financiering,” zegt Deborah Greenfield, adjunct-directeur-generaal voor Beleid bij de IAO.

In de ontwikkelde economieën werken 41% van alle werknemers voor een bedrijf met minder dan 100 werknemers.

De financiële crisis heeft de ontwikkeling van voltijdse permanente jobs in jonge ondernemingen verzwakt, stelt het rapport. In de periode voor de crisis lag de aangroei van dit soort banen gemiddeld 6,9 procentpunten hoger dan in gevestigde ondernemingen, maar het verschil daalde tot 5,5 procentpunten in de periode na de crisis. Dit weerspiegelt de tendens waarbij nieuwe en jongere bedrijven veel sneller jobs begonnen te schrappen dan voordien.

Duurzame ondernemingen investeren in hun werknemers

Volgens het rapport is er een verband tussen het aanbieden van formele opleidingen aan permanente werknemers enerzijds, en hogere salarissen, een hogere productiviteit en lagere arbeidskosten anderzijds. Tijdelijke werkgelegenheid wordt gelinkt aan lagere lonen en een lagere productiviteit, zonder impact op de arbeidskosten.

Bedrijven die formele opleidingen aanbieden aan voltijdse werknemers, betalen gemiddeld 14% hogere lonen, zijn 20% productiever en hebben 5,3% minder arbeidskosten, vergeleken met bedrijven die geen opleidingen aanbieden. Een hogere tijdelijke tewerkstelling met tien procentpunten doet het gemiddelde salaris en de productiviteit al dalen met 2,6% en 1,9%, en biedt dus geen competitief voordeel op vlak van arbeidskosten.

Innovatie en handel stimuleren jobs en productiviteit

Innovatie stimuleert de competitiviteit en jobcreatie binnen ondernemingen. Innovatieve bedrijven zijn over het algemeen productiever, creëren meer jobs, bieden vaker opleidingen aan en stellen hoger geschoolde werknemers tewerk. Ze recruteren ook meer vrouwelijke werknemers.

In een aantal gevallen heeft innovatie er echter toe geleid dat bedrijven vaker een beroep doen op tijdelijke werknemers (zeker in bedrijven die zich richten op product- en procesinnovatie), en tot een hogere concentratie van vrouwen in tijdelijke tewerkstelling. Bedrijven die zich focussen op product- en procesinnovatie stellen tot 75% meer tijdelijke werknemers tewerk dan niet-innovatieve bedrijven.

Handel en de deelname aan de internationale waardeketen zijn ook belangrijke stimuli voor de creatie van jobs en de productiviteitstoename. Handel is de laatste jaren gestagneerd, alsook de tewerkstelling die dit met zich meebrengt. In 2016 waren 37,3% van alle werknemers tewerkgesteld in private exportbedrijven. Dit aandeel ligt lager dan voor de crisis (38,6%). Het rapport merkt op dat handelsondernemingen een hogere productiviteit hebben en hogere lonen betalen dan bedrijven die geen handel drijven.

De productiviteit die export en import genereren ligt respectievelijk 13 en 5 procentpunten hoger dan de toename in lonen. Dit wijst erop dat er ruimte is om de opbrengsten van handel op een meer inclusieve manier te verdelen.

Kmo’s belangrijk voor de tewerkstelling van vrouwen

Het onderzoek stipt aan dat voltijdse vrouwelijke werknemers in de formele sector vaker te vinden zijn in kmo’s dan in grote bedrijven. Gemiddeld zijn 30% van alle voltijdse werknemers in kmo’s vrouwen, vergeleken met 27% in grote bedrijven. In Europa ligt dit cijfer voor kmo’s hoger (rond de 38%).

Er is een sterk verband tussen het aantal vrouwen die aan het werk zijn, zeker in kmo’s, en het inkomen per hoofd van de bevolking. Wanneer meer vrouwen aan de slag zijn in ondernemingen kan dit een gunstig effect hebben op groei en ontwikkeling, omdat vrouwen vaak de arbeidsmarkt toetreden via micro-ondernemingen en kmo’s.

Het rapport benadrukt verder de cruciale rol van sociale dialoog tussen overheden, werkgevers en werknemers inzake duurzaam ondernemen.

“Terwijl overheden een belangrijke rol spelen in het creëren van instellingen die duurzame ondernemingen en inclusieve groei ondersteunen, verdedigen werknemers(organisaties) doeltreffende beleidsmaatregelen, en vertegenwoordiging. Dankzij deze acties kunnen duurzame ondernemingen gelijke kansen promoten, werknemers en hun rechten beschermen, en zowel in hen als in andere belangrijke productiefactoren investeren,” besluit mevrouw Greenfield.