Internationale vrouwendag 2016

IAO: Er bestaan nog steeds belangrijke verschillen tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt

Een nieuw rapport van de IAO toont de enorme uitdagingen waarmee vrouwen wereldwijd geconfronteerd worden om waardig werk te vinden en te behouden.

Persbericht | 7 maart 2016
GENÈVE (IAO Info) – Een nieuw rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie toont dat vrouwen terrein verliezen in hun streven naar gelijkheid op het werk, ondanks kleine vorderingen in bepaalde regio’s. De IAO publiceert dit rapport n.a.v. van een initiatief gericht op vrouwen op het werk in het kader van het 100-jarig bestaan van de IAO.

“Het rapport omschrijft de belangrijke uitdagingen waaraan vrouwen het hoofd bieden om waardig werk te vinden en te behouden,” merkt IAO directeur-generaal Guy Ryder op. “We moeten nu effectief actie ondernemen, en hierin zo ver mogelijk gaan. Er valt geen tijd te verliezen. De Agenda 2030 is een kans om samen initiatieven te nemen en deze op een coherente manier vorm te geven, waarbij we het beleid inzake gendergelijkheid ondersteunen.”

Het rapport Women at Work: Trends 2016 analyseert gegevens uit niet minder dan 178 landen en komt tot het besluit dat de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt in verschillende landen en sectoren blijft bestaan. Tijdens de laatste twee decennia heeft de voorsprong die vrouwen namen op vlak van onderwijs niet geleid tot een evenredige verbetering van hun situatie op het werk.

Sinds 1995 is de genderkloof inzake werkgelegenheid met slechts 0.6 procentpunt afgenomen. In 2015 bedroeg het percentage werkende vrouwen 46%, tegenover bijna 72% werkende mannen.

Enkel in Noord-, Zuid- en West-Europa is de kloof wat kleiner geworden, gezien de hogere arbeidsmarktparticipatie van vrouwen in deze regio’s, maar ook als gevolg van de lagere tewerkstelling van mannen door de economische crisis.

In 2015 werkten 586 miljoen vrouwen voor eigen rekening of voor een familiebedrijf. Het aantal vrouwen die in een familiebedrijf werken is tijdens de laatste twintig jaar teruggevallen (met 17.0 procentpunten). Dit was minder het geval voor mannen (vermindering met 8.1 procentpunten), waardoor de genderkloof voor meewerkende gezinsleden kleiner is geworden.

Ook al ontvangt 52.1% van de vrouwen en 51.2% van de mannen op de arbeidsmarkt een salaris, dit biedt geen garantie op betere arbeidsvoorwaarden. 38% van de vrouwen en 36% van de mannen in loondienst betalen geen sociale zekerheidsbijdragen. Deze verhoudingen bedragen 63.2% voor vrouwen in het gebied ten zuiden van de Sahara, en 74.2% in Zuid-Azië, waar zwartwerk domineert.

Het rapport onderzoekt nieuwe gegevens voor een honderdtal landen op vlak van verloning van de gewerkte uren, of de afwezigheid daarvan, de toegang tot moederschapsbescherming en pensioenen.

Vrouwen werken meer uren per dag dan mannen. In de ontwikkelde economieën werken vrouwen gemiddeld 8 uur en 9 minuten (al dan niet betaald werk), voor mannen is dit 7 uur en 36 minuten.

Desondanks verdienen vrouwen gemiddeld 77% van wat mannen verdienen. Deze kloof kan niet enkel worden verklaard door verschillen in opleiding of leeftijd: hij is een rechtstreeks gevolg van de onderwaardering van het soort werk dat vrouwen doen, en de vereiste vaardigheden in sectoren en beroepen waarin voornamelijk vrouwen werkzaam zijn. Verder speelt discriminatie een rol, en het feit dat vrouwen vaak een loopbaanonderbreking nemen of hun werktijd verminderen, om bijvoorbeeld de zorg van hun kinderen op zich te nemen.

Als de huidige trend zich voortzet, zal het nog meer dan 70 jaar duren vooraleer de loonkloof tussen mannen en vrouwen volledig is gedicht, besluit het rapport.